15 februari 2024
Psalm 1 -13-: Over kaf gesproken
15 februari 2024
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.
5 Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6 Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Over kaf gesproken
In de afgelopen periode hebben we met elkaar stilgestaan bij de Man die Zijn vreugde vind in, zoals we het maar zullen samenvatten de omgang met de Heere God.
Maar, begint dan vers vier met de woorden, zo zijn de goddelozen niet. In vers vier is er sprake van een enorme overgang. Daar waar de Rechtvaardige vergeleken wordt met een boom, geplant aan waterbeken, vruchtbaar is en tot volle bloei komt, worden de goddelozen vergeleken met kaf.
De goddelozen zijn het tegenovergestelde van een boom die bij de waterlopen is geplant: ze zijn zoals kaf, een prooi van de wind
De eerste keer dat we in het Hebreeuws het woord voor goddeloze tegen komen, vinden we in Genesis 18:23 in de geschiedenis met Abraham en Lot, waar de Heere God Abraham kenbaar maakt Sodom en Gomorra weg te vagen. En Abraham kwam dichterbij en zei: Zult U ook de rechtvaardige tegelijk met de goddeloze wegvagen? En we vinden in dit gedeelte twee principes: 1. Abraham is door de Heere God uitgekozen, en niet andersom. Er is dus sprake van pure, zuivere genade. En 2, wanneer Abraham Gods voornemen hoort dat Hij de steden zal omkeren, dan verzoekt Abraham e Heere God tot bijna vervelend toe om de stad te sparen. Dat leert mij in ieder geval tee dingen: 1. Ik heb geen enkele reden mijzelf op de borst te slaan dat ik een stuk beter ben, het is allemaal pure genade dat de Heere God mij op het oog had. En twee: Abraham ging niet als een Jona op een berg zitten kijken hoe God de goddelozen bij wijze van spreken allemaal eens een kopje kleiner zou makende stad het er af zou brengen. Vergeef me de uitdrukken, maar hij was niet een zogenaamde ramptoerist, Nee, Abraham bleef de Heere God maar vragen, en vragen en vragen de steden en daarmee de goddelozen te sparen. Voor mij is het in ieder geval een leermoment.
Terug van de boom naar het kaf. Het kenmerk van kaf is dat het zonder wortel beneden is en geen enkele vrucht draagt, verstoken is van alle kracht en frisheid van het leven en los op de dorsvloer ligt. Een prooi van de geringste zuchtje wind. Rusteloos.
Het Hebreeuwse woord voor goddeloos luidt Rasha of Rashim. En bestaat uit drie letters. De Resh met de betekenis van 'hoogste autoriteit'. Vervolgens de letter Shin met de betekenis van vernietigen en de laatste letter de Ayin met de betekenis van ‘zien’ of ‘vernietigen. Het Hebreeuwse woordbeeld wat vervolgens hierdoor ontstaat voor Rasha is dat de hoogste autoriteit en dat is de Heere God, Adonai het begrip voor de goddeloze vernietigd. Geen begrip heeft boor goddeloosheid. Er is geen excuus voor goddeloosheid.
Rusteloos. Dat woord bleef haken bij mij.
De wortel רשע ( rsh' ) komt voor in verwante talen in de betekenis van los of onsamenhangend, of onregelmatig, abnormaal, slecht. Het is het tegenovergestelde van de wortel צדק ( zedek ; zie de naam Melchizedek ): Vrede.
Weet je, laten we bij wijze van spreken maar niet te hoog van de toren blazen en eerlijk zijn. In ieder van ons leeft een bepaalde rusteloosheid. Zeker, er mogen tijden van vrede, van shalom in ons leven voor. Maar soms zijn er tijden dat het stormt van binnen, dat ik de Weg kwijt ben. Maar weet je, dan is er altijd weer de opzoekende liefde van Vader die zoals in het verhaal van de verloren zoon met geopende armen op de uitkijkstaat zodat zijn zoon of dochter weer Thuis komt.
En als dat geen zegen is.
Voor vanmorgen heb ik gekozen voor een lied van Matt Dub. Hij is een Jood en zingt over de genade die God hem geschonken heeft. Genade is het goedgunstig handelen van God, dat door de mens wordt ervaren als een geschenk.
Letterlijk zingt hij de tekst uit Psalm 89 vers 3:
Ik heb gezegd: Uw goedertierenheid zal voor eeuwig gebouwd worden; Uw trouw hebt U vast doen staan in de hemel zelf.
https://www.youtube.com/watch?v=az-PQPMqclQ
14 februari 2024
Psal 1 -12-: Over de Man gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Over de Man gesproken
We hebben de afgelopen periode elf keer met elkaar nagedacht over de Man uit vers 1. Maar wie is Hij eigenlijk?
De Psalmist spreekt over de Man Die welgelukzalig is, omdat Hij dag en bij nacht Zijn vreugde vindt in het Woord van God, dan kunnen wij eigenlijk aan Niemand anders denken, dan aan onze Messias, onze Redder, de HEERE Jezus Christus.
Nota bene in Deuteronomium lezen we het al: Ik zal een Profeet voor hen doen opstaan uit het midden van hun broeders, zoals u. Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en alles wat Ik Hem gebied, zal Hij tot hen spreken.
En als Filippus Jezus gevonden heeft gaat Filippus het grote nieuws waar het volk al eeuwen op wacht direct aan zijn broer Nathaniël vertellen. Hij kan het niet voor zich houden: Filippus vond Nathaniël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. Hoor je de verwondering en blijdschap in de woorden van Filippus?
En in Lukas 24 vers 27 horen we Jezus Zelf getuigen: En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was.
Johannes laat ons weten (Johannes 5:39) Onderzoek de Schriften, want u denkt daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen.
Psalm 1 is dan ook het Loflied op Deze Man. De hele bundel van 150 psalmen begint met deze Man. Die op grond van Zijn geloof en trouw aan God en Zijn Woord, Zijn weg in gehoorzaamheid gegaan is. Dwars door lijden, verdriet, smaad, vernedering, lastering, kruisiging en dood heen.
Daarom is Hij door God opgewekt uit de dood.
Daarom is Hij uitermate verhoogd geworden.
Daarom heeft Hij een Naam ontvangen, die boven alle naam is.
Daarom heeft Hij een positie ontvangen, boven alles en iedereen.
Daarom is Hij gezeten op de troon Zijner heerlijkheid, aan de rechterhand Gods.
Daarom is Hij gezeten op de troon van genade, als hogepriester van het Tweede, het Nieuwe Verbond naar de Ordening van Melchizedek.
Daar is Hij voor iedereen die Hem gehoorzaam is, oorzaak van eeuwige zaligheid.
Hij is de Enige Waarachtige, Rechtvaardige Mens. Alle Psalmen getuigen dan ook in de éérste plaats van onze Redder, de De Messias. En dit geldt eigenlijk voor heel de Schrift.
Sla je bijbel open op een willekeurige bladzijde en je vindt de Messias. Niet gevonden? Zoek verder. Nog niet gevonden? Zoek nog verder. Zoek, en je zult vinden.
De Bijbel is het Woord van God! Over Wie zou Adonai anders spreken, dan in de allereerste plaats over Zijn Zoon, de voorzegde Messias?
Ook voor ons zou alleen de HEERE Jezus Christus hét Onderwerp en de Inhoud zijn van al ons spreken. Buiten Hem zouden wij niet eens bestaan. Buiten Hem ís er geen Leven.
Dus zou de Messias voor ons de Enige zijn, Die het bespreken werkelijk waard is.
Ik wens je vandaag veel gespreksstof toe.
En als dat geen zegen is.
Jezus alleen, ik bouw op Hem
Hij is mijn hoop, mijn lied, mijn kracht.
Door stormen heen hoor ik zijn stem,
Dwars door het duister van de nacht.
Zijn woord van liefde dat mij sust
Verdrijft mijn angst; nu vind ik rust!
Mijn vaste grond, mijn fundament;
Dankzij zijn liefde leef ik nu.
13 februari 2024
Psalm 1 -11-: Over bloei gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Over bloei gesproken
Als je zo bezig bent met het overdenken van een psalm in voorbereiding, dan zijn er heel veel dingen die op je afkomen. Het is vaak een zaak van wikken en wegen. Wat spreekt je aan en wat niet. Of beter: Wie spreekt je aan? Is de Heere God er bij? Of blijft het stil?
En je mag best weten, soms is dat best wel een worsteling. Een worsteling om bij wijze van spreken dagelijks de stem van de Heere God te horen. Iets wat Hij je duidelijk wil maken.
En zo ook met vers drie van deze Psalm. De voorgaande keer mocht ik iets vanuit het Hebreeuws doorgeven over het woord ‘Tsalach’ wat hier vertaald is met goed gelukken. Of in andere talen met voorspoed. En dat wat wij westerlingen als ‘voorspoed’ zien.
Maar eerlijk gezegd, wanneer we vers drie lezen dan gaat het over een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, waarvan het blad niet afvalt. En dan vervolgt de tekst met de woorden: al wat hij doet, zal goed gelukken. En dat bleef maar een beetje ‘haken’ in mijn gedachten. Al wat de boom doet, zal goed gelukken. Het riep de vraag bij mij op: Wat doet de boom dan voor bijzonders dat hem alles gelukt? Het is toch eigenlijk vreemd dat je van een boom zegt dat wat hij doet goed lukt?
Op zoek naar een verklaring voor deze woorden kom je toch weer uit bij de oorspronkelijke tekst. En daar las ik dat we ook kunnen lezen:
Hij is als een boom, geplant aan waterstromen , die op het juiste moment zijn vruchten afwerpt , waarvan het blad niet verwelkt en die bloeit in alles wat hij doet.
En die bloeit in alles wat hij doet. Even heel kort door de bocht zegt de Psalmdichter misschien wel: Je bent heel gelukkig, welzalig, wanneer je dicht bij God blijft omdat je dan tot bloei komt.
En misschien gaat het juist daarom wel in het leven. Het leven van alle dag. Komen wij mensen tot bloei in ons leven. Jij en ik.
De Psalm spoort jou en mij aan om te putten uit de bron van het Leven: God. Wat staat hier? Dat je tot bloei komt als je wortelt in Gods Woord en wet, breder gezien in het Woord van God. Als je je daaruit laat voeden, zoals je dat ook met eten doet.
We zijn zo gewend om (voedzaam en voldoende) te eten, omdat we weten hoe belangrijk dat is. Het stelt ons in staat om werk te verzetten, om onze mouwen op te stropen en aan de slag te gaan. En eten we niet voldoende, dan kennen we daarvan de gevolgen. We voelen ons flauw en zwak, hebben weinig energie en er komt niks, maar dan ook níks, uit onze handen. Hoe zou dat ook kunnen? We hebben geen bouwstoffen tot ons genomen en ons lichaam zet het ene na het andere proces in de spaarstand, als een laptop waarvan de batterij bijna leeg is.
Hetzelfde geldtvoor geestelijk voedsel.
Wat zijn de gevolgen als je je geestelijk voedsel dagelijks tot je neemt? De Heere God Zelf verzekert je dan dat je volle vloei zult komen! Dat is nog eens een mooie belofte! Maar wat houdt het in?
Dat je doet waartoe je bestemd bent. Dat je tot je bestemming komt. Waarvoor je gemaakt bent. En waar zijn wij voor gemaakt? Om Gods evenbeeld te zijn.
Is dat niet prachtig? Is dat niet heel, heel gelukkig, is dat niet welzalig zoals de dichter het uitdrukt?
En geen ge ja maar hoor, vandaag. Luister maar naar de dichter van Psalm 92:
De rechtvaardige zal groeien als een palmboom,
hij zal opgroeien als een ceder op de Libanon.
Wie in het huis van de HEERE geplant zijn,
die mogen groeien in de voorhoven van onze God.
In de ouderdom zullen zij nog vruchten dragen,
zij zullen fris en groen zijn,
om te verkondigen dat de HEERE waarachtig is;
Hij is mijn rots en in Hem is geen onrecht.
En als dat geen zegen is
https://www.youtube.com/watch?v=XUJmLMaFTqI
12 februari 2024
Psalm 1 -10-: Over voorspoed gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Over voorspoed gesproken
Voorspoed, wat is dat eigenlijk. Ik heb de encyclopedie er maar eens bijgenomen en kwam onder andere de volgende omschrijvingen tegen:
- toestand waarin je veel geld hebt en waarin alles goed gaat
- welvarendheid
- welstand
En ik bedacht me: Is dat de omschrijving die de Bijbel, het Woord van de Heere God ook aan het woord voorspoed geeft. Is voorspoed werkelijk een situatie waarin je veel geld hebt en waarin alles goed gaat? Of is dit de definitie die de tegenstander van God en daarmee de wereld er aan geeft. En de vraag stellen is hem in dit geval ook beantwoorden. Maar wat ziet de Heere God dan als voorspoed. En ik kwam terecht bij het Hebreeuwse woord ‘tsalach’ dat in deze tekst wordt omschreven met ‘goed gelukken’. In Het Hebreeuws vinden we hier dus het woord ‘tsallach’. We komen dit woord ook tegen in Genesis 39 vers 3, waar we het verhaal lezen van Jozef en Potifar. We lezen daar: “En zijn meester (dat wil zeggen Potifar) zag dat de HEERE met hem (dat is Jozef) was en de HEER zorgde ervoor dat alles wat hij deed voorspoedig verliep in zijn hand.”
Jozef en ik hebben veel dingen gemeen, maar één ding hebben we niet gemeen: de HEERE God zorgt er niet voor dat alles wat ik doe voorspoedig verloopt. Nieuwsgierig geworden besloot ik verder naar dit vers te kijken.
Er zijn een paar dingen in dit vers die ervoor zorgen dat iemand stopt en nadenkt. Eerst zag Potifar dat de HEERE God met Jozef was. In het Hebreeuws is het woord dat voor HEERE wordt gebruikt het woord JHWH, de Aanwezige. Maar wat wist Potifar, een Egyptische functionaris over de Hebreeuwse God? Hoe wist hij dat het God was die alles voorspoedig maakte? En laten we eerlijk zijn. Als we naar de levensloop van Jozef kijken, hoe kon het dan zijn dat Potifar zag dat Jozef voorspoedig was. Nota bene door je broers geslagen, als slaaf verkocht, later beschuldigd van een verkrachting die hij niet begaan had en in de gevangenis geworpen. Het lijkt mij niet echt voorspoedig, fortuinlijk en welvaren, toch?
Maar in de vorm waarin ‘voorspoed’ in het Hebreeuws geschreven is heeft het niet het idee van winst hebben, maar meer van het idee om gewoon dingen te bereiken. Het woord wordt gespeld met de letters ‘Tsade, Lamed, Chet’. En zoals je misschien weet, hebben de Hebreeuwse letters, in tegenstelling tot ons alfabeth allemaal een afzonderlijke betekenis. . Zo heeft de letter Tsade onder andere de betekening van rechtvaardigheid en trouw. De tweede letter va n ‘tsalach’ is de ‘lamed’. Deze letter heeft de betekenis van ‘stimulans’ en ’beweging’. En de derde letter van ‘tselach’ is de Hebreeuwse letter ‘chet’. De ‘chet’ heeft de betekenis van ‘afsluiting’, omheining’. Zo bij elkaar genomen krijgt en heeft het woord ‘tsalach’ de betekenis om dingen nederig, onder gebed en in eenheid met God te volbrengen. Mogelijk trok dit de aandacht van Potifar.
Jozef was op een andere manier gedreven dan de andere slaven. Jozef ging door met zijn werk en volbracht zijn taken voor iets of iemand die veel hoger was dan Potifar, en Potifar zag dit. Tsalacht heeft hier te maken met het uitvoeren van een taak, zelfs een aardse taak voor een aardse baas alsof we God dienen en niet de mens. Voorspoed of ‘tsalach’ is het doen van elke taak als voor God, nederig, biddend en in eenheid met Hem.
Is dat echt een antwoord op de vraag hoe Potifar wist dat het God Jehovah was? Ik bladerde door de Joodse literatuur en vond iets interessants. De woorden ‘met hem’ zijn vertaald uit het Hebreeuwse ‘ethu’. De oude rabbijnen zagen de “eth” als een teken van het lijdend voorwerp en de “hu” als een voornaamwoord. Met andere woorden, het zou letterlijk worden weergegeven: ‘Potifar zag dat de Heer Jozef is.’ Dat heeft niet veel zin totdat je bedenkt dat het woord 'zag' 'ra'ah' is, wat zowel zien in geestelijke als natuurlijke zin kan betekenen. Ik ben niet zeker van een juiste weergave, maar ik weet wel wat dit vers zegt. Toen Potifar Jozef zag, zag hij JHWH.
Misschien klink dat een beetje vreemd in je oren wanneer ik dat zo zeg, maar Paulus schrijft een paar eeuwen later in zijn brief aan Galaten heet volgende:
Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. En in Efeze 5 vers 1: Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen.
Rabbi Yisroel Ben Eliezer, een rabbijn uit de zeventiende eeuw, gaf dit gedeelte als volgt weer: ‘En zijn meester zag dat de naam van God altijd op zijn lippen lag.’ Dit is wat Potifars aandacht trok: hij zag een man die zijn taken altijd nederig, gebedsvol en in eenheid met God uitvoerde, altijd met de naam van God op zijn lippen. Als hij Jozeg zag, zag hij God.
Ik wens mezelf en jou dat ook toe, vandaag en alle dagen van je leven.
Want als dat geen zegen is.
Als ik U wil volgen
en Uw weg wil gaan,
leer mij dan dat alle dagen,
ik ook zelf mijn kruis moet dragen.
Niet ik zelf, maar Christus leeft,
in mij.
Niet meer ik, maar U in mij,
leven van mijn leven.
Niet meer ik maar U in mij,
Jezus, dat maakt vrij.
Als ik U wil dienen,
met een zuiver hart,
zal ik steeds weer moeten leren,
U als hoogste Heer te eren.
Niet ik zelf, maar Christus leeft, in mij.
https://www.youtube.com/watch?v=5jus3WOlrwo
9 februari 2024
Psalm 1 -9-: Over gebladerte gesproken -2-
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Over gebladerte gesproken -2-
We lezen in vers 3
Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
Het Hebreeuwse woord voor blad of gebladerte, ‘aleh’ komt ongeveer 20 keer voor keer voor in de Bijbel (zowel enkelvoud als meervoud)!
Bladeren zijn gebruikt voor kleding (Gen 3:7, waar de term voor het eerst wordt genoemd).
Ook lezen we zowel in Openbaring 22:2 als in Ezechiël 47:12 dat in het Nieuwe Jeruzalem “bladeren” genezende eigenschappen zullen hebben!
De meeste Bijbelverwijzingen die ik heb opgemerkt, spreken over bladeren die verwelken! (Jesaja 1:30, Jesaja 34:4, Jesaja 64:6 en Jeremia 8:13) Maar hier is de goddelijke man als een boom waarvan de bladeren niet verwelken!
Het werkwoord ‘verdorren’ betekent ‘verwelken, wegvallen of flauwvallen’. De vorm waarin het woord geschreven is, is imperfect, wat betekent dat de actie onvolledig is. Het gaat maar door en door!
Maar misschien vraag je je net als ik af wat de functie het blad aan de boom nu eigenlijk heeft. Want bij voorbeeld bij fruitbomen gaat het toch om de vrucht. Wat is nu de waarde van een blad? Aan een boom zijn het de bladeren waar fotosynthese plaatsvindt! Dat is het proces waarbij de boom zonlicht, water en koolstofdioxide opneemt en omzet in zuurstof en energierijke suikers!
De bladeren helpen de bomen te voeden! Ze zorgen voor suiker... kracht! Ze maken ook (kooldioxide opnemen en zuurstof uitstoten) de wereld om hen heen schoon!
Bladeren voor de boom geven de boom kracht! Ze zuiveren ook de dingen om de boom heen! Als een christen op dezelfde manier bladeren heeft die niet verwelken... zal hij sterk zijn en zijn omgeving reinigen! Zo gezien kunnen we de bladeren zien als de navelstreng van de boom naar de zon! Waarbij de zon een beeld is van de Messias, Christus.
Wat een mooi beeld eigenlijk. Wanneer we tot het geloof gekomen zijn en daardoor overgeplant zijn van een dorre plaats langs beken van levend water mogen we kracht putten in Christus de Messias, de zon der gerechtigheid, en zal Hij ons leven reinigen van alle ongerechtigheid en mogen we vruchten voortbrengen.
Nu ik dit zo zeg moet ik denken aan de woorden van Paulus in Efeze 5 vers 25
Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn.
Of aan Titus 2 vers 14: Hij (dat is Christus, de Messias, de Zon der gerechtigheid) heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.
Ook hier zien we weer de functie van de zon, voor de gelovige, rieniging met als vrucht goede werken, Godsvrucht. Inderdaad geen vrucht van ons zelf, maar van de Heere God Zelf. Het licht al besloten in het woord zelf: Godsvrucht.
Als dat geen zegen is.
8 februari 2024
Psalm 1 -8-: Over gebladerte gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Over gebladerte gesproken
In het voorgaande hebben we met elkaar nagedacht over de vruchten van de boom. Vrucht dragen. Een boom draagt vruchten. Niet alleen om opgegeten te worden, maar ook, of misschien juist ook wel om nalatenschap na te laten. De perenboom laat haar peren van de boom op de grond vallen. De zaden in de peren, sterven in de grond en mogen weer als een perenboom opgroeien. Daar zit een diepe gedachte achter. Gaat er in jouw en mijn leven ook vrucht vanuit in de zin dat we mensen om ons heen die als vrucht van ons leven tot het geloof in de Heere Jezus komen? Laten we straks bij ons sterven in die zin vrucht achter? Denk eens aan je kinderen en kleinkinderen?
Nu snel naar het "blad". Want leven we in de Psalm
Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
Een tijdje woont de Afrikaanse vrouw al in Nederland. Het gaat haar goed, zo op het eerste gezicht, ze lijkt haar weg gevonden te hebben. Maar schijn bedriegt soms.
Vandaag raken we aan de praat over vroeger, over haar herinneringen aan de oorlog waar ze voor gevlucht is. ‘We hebben te veel gezien,’ zucht ze, ‘dat is het probleem.’ Ze somt op. Familieleden die beschoten werden. Mensen die onderweg stierven. Kinderen die mishandeld werden. Het huis dat in brand stond. Het zijn de beelden die ze nu soms nog steeds ziet.
Ik vraag haar hoe het haar lukt met al die herinneringen te leven.
Ze moet er even over nadenken. ‘Het komt door mijn kinderen,’ zegt ze. ‘Ik leef voor mijn kinderen. Daarom blijf ik vechten. Ik hoop dat zij nooit hoeven te zien wat ik heb gezien.’
‘Maar zij zijn nu soms ook verdrietig hoor,’ zegt ze dan opeens vertrouwelijk. ‘Waarom zijn jouw kinderen dan verdrietig?’ En dan vertelt ze het verhaal van haar man. Ook te veel gezien. Nog meer dan zij. De beelden op zijn netvlies gebrand. Maar hij kan niet praten. Hij wordt boos. ‘Het eten dat ik maak is dan te veel, of het is te weinig, het is niet lekker en de kinderen maken te veel geluid, ze mogen niet spelen.’
Ze staart een tijdje voor zich uit. ‘Bladeren zijn we. Bladeren.’ Ik kijk haar vragend aan, want ik zie zo snel de relatie niet. ‘Bladeren die op de grond vallen,’ verduidelijkt ze. ‘De wind blaast ze weg. Ze zijn niets waard. Voor mijn man ben ik zo’n blad. Ik ben niets waard.’
Haar vriendelijke ogen zijn ineens vochtig. Het grijpt me aan. De impact van een oorlogsverleden. De beelden, ingebrand op het netvlies, die het leven nu bepalen. Het trauma dat zich nestelt tussen twee geliefden.
‘Bladeren weggeblazen door de wind. Dat is het ergste. Mijn man vindt me niets waard.’
Het troosteloze beeld van het dode bruine blad dat nergens meer toe dient blijft me bezighouden. Later op de dag blader ik door Ezechiël en word ik getroffen door de gelijkenis van de boom en de arend. Daar wordt Gods macht beschreven aan de hand van een boom.
Dit zegt God, de HEER: Ikzelf zal uit de top van de hoge ceder, tussen de bovenste takken, een teer twijgje wegplukken, en dat zal ik planten op een hoge en verheven berg. Op de hoogste berg van Israël zal ik het planten, het zal takken dragen en vruchten voortbrengen, en een prachtige ceder worden. In die boom, in de schaduw van zijn takken, zullen vogels wonen, alle soorten vogels die er zijn. En alle bomen in het veld zullen beseffen dat ik, de HEER, het ben die een hoge boom velt en een kleine boom doet groeien, die een gezonde boom laat verdorren en een verdorde boom weer laat bloeien. Wat ik, de HEER , gezegd heb, zal ik doen.Ezechiël 17:22-24
Geen verdord blad maar een bloeiende boom. Ik wens het ze allebei toe. En inderdaad, er is een godswonder voor nodig.
Als dat geen zegen is.
De volgende keer hopen we verder over de bijzondere functie van de bladeren te denken. Het belooft weer een goudklompje te worden.
https://www.youtube.com/watch?v=GLyk2ptA0sc
7 februari 2024
Psalm 1 -7-: Over vruchtdragen gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Over vrucht dragen gesproken
De voorgaande keer eindigden we met de woorden uit Johannes 15 waarin we zagen dat wanneer we door de Heere God zijn overgeplant aan de waterbeken de Vader hierin wordt verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.
En dat brengt ons bij een volgend stapje in Psalm 1 waarin we lezen:
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
Vruchtdragen. Boeken vol zijn er over geschreven. Maar weest gerust, wij houden het wat korter. Nu moet u weten dat wij vlak bij het boomkwekerscentrum van Europa wonen, namelijk Boskoop. Boskoop staat bekend als het boomkweker centrum van Europa. Maar het zal zo’n 50 jaar geleden zijn dat Boskoop flink in de problemen zat. Een ziekte, het zo genoemde perenvuur verspreidde zich door het kwekersdorp en de enige manier om deze te stoppen was door alle bomen te vernietigen. Het is net als kanker. Tenzij je het volledig vernietigt, zal het alles vernietigen. Je kunt geen enkele zieke boom redden. Je zult ze allemaal moeten verbranden, en zo is het ook in het boomkwekersdorp gegaan. Zodat de kwekers met nieuwe bomen konden beginnen. En zodat God met nieuwe zaailingen kan beginnen. Wil je weten wat er op de lijst met zieke vruchten staat? Kijk naar Galaten 5 namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.
De conclusie mag dan wel zijn: In de geestelijke wereld dragen zelfs rotte bomen vruchten. Mar wel rotte vruchten. De Griekse woord boor vrucht dragen komt van karpos (fruit) en phero (brengen). Fruit of Vruchten brengen of voortbrengen, Het is het werkwoord van productie en groei. Soms denken we dat levens die losstaan van God niet productief zijn, maar dan hebben we het flink mis. Het leven van de ongelovige brengt nog steeds vrucht voort. Het verschil is dat elk stukje ervan dodelijk is. Levens die losstaan van de Messias brengen vergiftigde appels voort. Dit soort fruit heeft maar één resultaat: de dood.
Als we naar de delen van dit woord kijken, krijgen we een groter beeld. Karpos is hetzelfde woord dat wordt gebruikt om de productie te beschrijven die afkomstig is van de levende wijnstok. Het wordt gebruikt om de woorden (vrucht van de lippen) van gelovigen en de resultaten van gerechtigheid te beschrijven. Jezus had veel te zeggen over bomen die goede vruchten voortbrachten. We ontdekken dus dat dit woord meer omvat dan tastbare producten. Het gaat om wat we zeggen, wat we doen en wat we produceren.
Phero heeft ook een bredere betekenis. Het wordt gebruikt om het dragen van een last te beschrijven, het volhouden onder beproevingen, het voortbrengen van een woord en het leiden naar een plaats. Dit zijn allemaal daden van persoonlijke verantwoordelijkheid.
Galaten 5:22 De vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
Zonder volledige vernieuwing zal je leven uiteindelijk een verspilling zijn, ongeacht wat je dacht te produceren. Verlossing gaat niet over een beter mens zijn. Het gaat erom opnieuw te beginnen vanaf zaailingen. De enige goede vrucht is Gods vrucht.
1 Timotheüs 3:16 En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.
Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft.
9Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard.
Het volgende Israëlische lied gaat over het Levend Water.
https://www.youtube.com/watch?v=IDiGvC5-m28
6 februari 2024
Psalm 1 -6-: Over waterstromen gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.
5 Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6 Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Over een waterstroom gesproken
Vandaag kijken we weer verder naar de tekst in vers 3, waarvan we gezien hebben dat de man of mens die vreugde vindt in het Woord van de HEERE, JHWH, vergeleken wordt met een boom die overgeplant is vanuit een dorre plaats naar een vruchtbare plaats.
En ik heb het al eens eerder gezegd dat wanneer je de Bijbel onderzoek het te vergelijken is als schatgraven, waarin je steeds opnieuw verrast wordt en als het ware goudklompjes mag ontdekken. Het is Woord van God onderzoeken mag je dan ook gerust vergelijken als schatgraven. Steeds mag je opnieuw iets geweldigs ontdekken.
Kijk vandaag eens met mij naar het derde vers van Psalm 1. Je zult merken dat het "gevuld met goudklompjes!" is.
Het blijkt dat de boom waarover de psalmdichter spreekt geplant is aan waterbeken of waterstromen. Nu bljjkt dat deze term slechts vier keer in de Bijbel wordt gebruikt. In Psalm 1 vers 3 spreken deze waterstromen over rivieren van goedheid, in Spreuken 21 spreken deze rivieren van leiding. In Jesaja zien we rivieren van genade en in Klaagliederen zien we deze rivieren in relatie tot verdriet.
Wanneer we de HEERE God kennen, in Hem geloven, wanneer we overgezet zijn, over geplant zijn van de dood in het Leven met een hoofdletter zullen we herkennen dat we in ons leven langs al deze rivieren geplant zijn. Zullen we tijden van verdriet ervaren, goedheid, leiding en genade. Wat bijzonder zit het Woord van God toch in elkaar. Dat kan een mens toch niet bedacht hebben?
En wanneer we op deze waterstroom als het ware aangesloten zijn zullen we voortbrengen of zoals het in onze tekst in vers drie staat ‘geven’’, maar in het Hebreeuws vinden we hier een heel bekend woord: Nathan. Een naam die we tegenwoordig ook wel aan onze kinderen geven.
De eerste keer dat we dit woord vinden in de Bijbel is in Genesis 1 vers 17 waar we lezen dat de Heere God de zon en de maand inde hemel plaatst met het doel om licht te geven. Maar mag ik het vandaag eens zo zeggen dat de Heere God de gelovige heeft overgeplant aan de waterbeken met als doel om vrucht te geven?
Wanneer we in het beeld van de boom blijven die verplant wordt kunnen we de Heere God met alle eerbied gesproken ook als een Wijngaardenier zien en daarvan leven we weer in Johannes 15:
Johannes 15:1
Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier.
2. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.
3. U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.
4. Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
5. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
6. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.
7. Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen.
8. Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.
Tsja, veel vrucht dragen, niet omdat het moet, maar omdat we verbonden zijn met de Wijnstok. Ik wens je vandaag een vruchtbare dag toe.
Als dat geen zegen is.
5 februari 2024
Psalm 1 -5-: Over een transplantatie gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.
5 Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6 Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Over een transplantatie gesproken
We denken verder na over deze Psalm aan de hand van vers 2 waar we lezen:
Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Weet je soms word je bij het voorbereiden van een Psalm ineens door het Woord verrast. Want hoe vaak zou ik deze Psalm niet gelezen hebben, of gezongen. Soms als Psalm en soms ook wel als een kinderlied. En jij kent dat kinderlied ook ongetwijfeld. Maar in de voorbereiding kwam ik iets bijzonders tegen wat ik mij eigenlijk nooit zo gerealiseerd had. En dat wil ik je vanmorgen toch doorgeven.
In het verleden gaf ik vaak trainingen aan mensen en daarin verteld ik dat mensen geneigd zijn om in plaatjes te denken. Je moet maar eens proberen dat wanneer ik een verhaal ga vertellen over een boom dat jij er bijna niet direct een plaatsje in je hoofd bij maak. Want als we aan een boom denken, komt er een beeld in ons op.
Maar, en dat is het wonderlijke, als de Hebreeën die de Bijbel schreven aan een boom denken, komt er geen plaatje, maar een actie in hen op. Dit is een van de fundamentele verschillen tussen het oude Hebreeuwse denken en het moderne westerse denken. Het Hebreeuwse woord eyts staat voor een boom, maar meer voor de handeling van het optillen met ondersteuning, de functie van de stam en takken van de boom. Andere woorden die hiermee verband houden, hebben ook dezelfde actieve betekenis. Het woord atseh is bijvoorbeeld de ruggengraat, eytsah is een raad en etsem is het woord voor botten.
Iets daarvan zagen we terug in de voorgaande overdenking, waar we voor het woord ‘welzalig’ in het bebreeuws het woord 'ashar, vonden een werkwoord dat 'rechtdoor lopen' betekent. En dan lezen we nu ‘atseh’ met de betekenis van ruggengraat tonen.
Recht door blijven lopen op Gods weg blijkt dus de garantie te zijn voor een gelukkig, een heel gelukkig, een gezegend leven. Niet zwalken, niet op twee gedachten hinken, maar rechte voren trekken.
De gedachte is dan als volgt
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij ‘die ruggengraat toont en niet op krukken hinkend door het leven gaat
zal geplant zijn aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
Ik hoop dat je mij een beetje kan volgen.
Maar dan nog iets heel anders. En dat betreft het woordje geplant, een vertaling van het hebreeuwse woord shatal, want dar is ook iets bijzonders mee, Want het wordt bijna altijd vertaald als 'plant', maar dit woord heeft de meer specifieke betekenis van verplanten, om iets van een ongewenste locatie te verwijderen en op een gewenste locatie te plaatsen. Dit kan een plant zijn zoals een wijnstok die in betere grond wordt getransplanteerd of een persoon die in een betere omgeving wordt geplaatst.
En hoe mooi is die gedachte. Dat de gelovige is overgeplant. En hoe vullen eerste en tweede testament elkaar prachtig aan wanneer we lezen. Iets van die overplanting iets van die transplantatie, maar misschien mag ik ook wel zeggen die harttransplantatie, zien we terug in Kolossensen 1 vers 13 en 14 waar we lezen
Die, dat is de Vader, die ons getrokken heeft uit de macht van duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; In Denwelken wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden.
Als dat een zegen is.
2 februari 2024
Psalm 1 -4-: Over Asher en Barak gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.
5 Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6 Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Over Asher en Barak gesproken
Asher en Barak, twee bekende namen uit de politiek denk je misschien, maat niegs is minder waar. Als je het Hebreeuws, zoals ik, maar een heel klein beetje bestudeert, kom je er meer en meer achter dat het, zoals sommigen terecht uitleggen het een taal van Boven is.
Hebreeuws is niet zomaar een taal, maar de taal die van de Overkant naar ons toegekomen is. Het woord עִבְּרִית betekent letterlijk: komend van de overkant. Hebreeuws is de taal waarin God sprak en het geschiedde.
Spreken en taal, zo kunnen we lezen in het boek Genesis, gingen dus vooraf aan het scheppen. Volgens de Joodse overlevering is de schepping van de Taal een nog groter gebeuren dan de creaties van hemel en aarde. De Hebreeuwse Taal heeft zijn bron in God, Die Zelf Taal is: Hij is immers hét Woord: ‘In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God (Joh.1:1).’
Wie zich verdiept in deze bijzonder diepzinnige en fijnzinnige taal, zal beamen dat deze Taal Goddelijk is; dat de God van Israël Zelf verborgen in deze Taal aanwezig is, zelfs tot in de grammaticale spelregels toe.
Iets daarvan zien we terug in het eerste woord van Psalm 1, waar wij in onze vertaling het woord ‘Welzalig’ vinden. Welzalig is de man. We vinden daar in het Hebreeuws het woord ‘ashre’ is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord 'ashar, een werkwoord dat 'gaan, rechtdoor lopen' betekent. Je kunt dit werkwoord zien in Spreuken 9:6 waar we een verstandig advies lezen voor een gelukkig leven: Verlaat de onverstandige dingen en leef, en begeef u op de weg van het inzicht.
Recht door blijven lopen op Gods weg blijkt dus de garantie te zijn voor een gelukkig, een heel gelukkig, een gezegend leven. Niet zwalken, niet op twee gedachten hinken, maar rechte voren trekken.
De uitdrukking op twee gedachten hinken gaat rechtstreeks terug op de Bijbel. In het bijbelboek 1 Koningen wordt verteld over de profeet Elia, die de Israëlieten verwijt dat ze niet kunnen kiezen tussen God en de afgod Baäl. In hoofdstuk 18, vers 21 staat: “Daar sprak Elia het volk als volgt toe: ‘Hoelang blijft u nog op twee gedachten hinken? Als de Heer God is, volg hem dan; is Baäl het, volg dan hem” (Nieuwe Bijbelvertaling, 2004).
In de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst staat overigens niet zozeer hinken op twee gedachten, als wel hinken op twee krukken. Wie op twee krukken hinkt, is aan beide benen mank. De figuurlijke betekenis is oorspronkelijk ‘in twee opzichten tekortschieten’.
Het wonder van de taal van de Heere God in het woord welzalig kunnen we terug zien in het subtiele verband tussen de gelukzaligheid van rechtop lopen en het gebod om niet krom te lopen, niet te hinken en maar niet op twee krukken te hinken in de raad van de goddelozen.
Maar dat is nog niet alles. 'Ashar is een van de twee woorden die in het Hebreeuws worden gebruikt voor zegening. Het andere werkwoord is barak. Wat verbazingwekkend is, is dat God nooit het woord 'ashar’ gebruikt om iemand te zegenen. Hij gebruikt altijd barak.
En niemand, geen mens zegent God ooit met 'ashar. Het zegenen van God heeft altijd te maken met barak. Waarom? Omdat 'ashar een zegen is die een beloning inhoudt voor iets dat een mens, jij en ik doet, terwijl barak een zegen is die wordt gegeven zonder rekening te houden met de inspanning van iemand. 'Ashar is een felicitatiewoord. Barak is een woord van zegen.
Dit inzicht verandert alles. Het eerste woord van de Psalmen gaat niet over God die mij onverdiende gunst schenkt omdat Hij genadig en vriendelijk is. Het gaat erom dat ik iets voor doe dat resulteert in een voordeel voor mij. Het eerste woord van de Psalmen wacht niet tot God iets voor mij doet. Nee, het vertelt me dat de 'ashre zegeningen in het leven aan mij zijn! We kunnen de gelukzaligheid en vreugde en het plezier van het rechte pad ervaren door de raad van de goddelozen niet op te volgen, niet dezelfde weg te gaan als mensen die geen rekening houden met de Heere God en niet aan te sluiten bij hen die met de Heere God de spot drijven. Radicaal zeg je? Klopt helemaal. Maar het eerste woord in deze Psalm gaat over mijn richtingskeuze voor mijn leven. Wat een geweldig nieuws! Dit deel van mijn leven ligt volledig binnen mijn macht. Ik kan het!
Natuurlijk is er een keerzijde. Aangezien het volledig binnen mijn macht ligt, heb ik geen excuus om het niet te doen. Als ik niet de staat van gelukzaligheid heb die gepaard gaat met een wandeling op het rechte pad, kan ik God (of iemand anders) niet de schuld geven. God heeft de wereld zo geconstrueerd dat ik deze keuze zelf kan maken. Loop rechtdoor. Ervaar gelukzaligheid. Er vaar geluk. God maakt het eenvoudig.
Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest. Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de Geest is leven en vrede. Romeinen 8
En als dat geen zegen is.
1 februari 2024
Psalm 1 -3-: Over opstaan gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.
5 Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6 Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Over opstaan gesproken
Heb je ook zo’n moeite soms met opstaan? Juist op de dagen dat het koud is en de regen tegen de ramen klettert, de wind om het huis waait? En dan altijd is er weer de keus: Blijven liggen of opstaan
Psalm 1 vertelt ons het verhaal over opstaan Nu weten we dat deze psalm richtinggevend is. De weg van de zondaars gaan of vreugde vinden in God, in Adonai.
Maar er is hier nog een andere gedachte. Deze eerste Psalm stelt ook het doel van Gods gedicht, hier in psalm 1, vast. Als je niet weet waar je heen gaat, is elke richting goed. God zorgt er dus voor dat zij die in Hem geloven weten waar zij heen gaan. We nemen het rechte pad naar Zijn troon. Aan het einde van de weg willen we voor Hem staan. Toch? Om dat te doen, zullen we moeten stoppen met luisteren naar de roep van het kromme en stoppen met op weg te gaan naar het doel van zondaars.
Het Hebreeuws is hier 'amadh. Het woord heet zoals heel veel Hebreeuwse woorden verschillende betekenissen. Maar hier doet het ons denken aan het verhaal van Jozef of Mozes, die beiden voor de koning staan. Als ik in de aanwezigheid van een koning sta, stel ik mezelf voor als zijn onderdaan. David, de koning van Israël, herinnert ons eraan dat ons uiteindelijke doel is om als Zijn dienaren voor de Koning der heerlijkheid te staan.
Duizenden jaren later plaatste Paulus deze zelfde gedachte in een brief aan de Romeinen: "Want wij zullen allen voor de rechterstoel van God staan" (Romeinen 14:10). Op de dag dat ieder van ons voor de echte Koning staat, zal ons gevraagd worden om verantwoording af te leggen over onze richting en ons doel van ons leven.
De eerste Psalm, Psalm 1, staat als een splitsing op de weg van het leven. Van jou en mijn leven. De ene richting is de hoofdweg van onze God met als bestemming vreugde en geluk. Ik verzin het niet, lees de Psalm er nog maar eens op na. De andere richting is de kromme weg van zelfbedrog waarvan het einde de plaats is van afschuwelijke duisternis en wanhoop. Jij mag beslissen. Zo is het altijd geweest. "Zie, Ik heb u heden een zegen en een vloek in het vooruitzicht gesteld" (Deuteronomium 11:26).
Totdat je de richting en het doel van je leven bepaalt, is Psalmen een gesloten boek voor je. Ieder van ons moet eerst tot de eerste Psalm komen. Het is de toegangspoort tot al het andere. Van verdriet en tranen naar verwondering, geluk en vreugde, de Psalmen voeren ons op de weg van een mens naar Gods hart. Maar het begint allemaal hier, met de hoop op een dag in de aanwezigheid van de Koning te staan.
Als dat geen zegen is.
https://www.youtube.com/watch?v=epz3LEHvWuE&list=RDepz3LEHvWuE&start_radio=1
31 januari 2024
Psalm 1 -2-: Over een gezonde loop-, sta- en zithouding gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.
5 Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6 Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Hoe gezegend is de man die niet in de raad van de goddelozen wandelt , noch op het pad van zondaars staat , noch op de stoel van spotters zit !
Over een gezonde loop-, sta- en zithouding gesproken
Ik herinner mij dat ik ongeveer 35 jaar geleden een boek van Watchman Nee, een Chinese prediker onder ogen kreeg met de titel, zitten, wandelen en standhouden. Aan de hand van deze kernwoorden maakt hij het leven met Christus de Messias gemaakt: Zitten: Onze positie in Christus. Wandelen: Ons leven in de wereld. Standhouden: Onze houding tegenover de vijand.
Misschien heb jij het, net als ik, gelezen toen je tot het geloof in de Heere Jezus Christus kwam. Een boek vol gebedskracht een zegevierend leven en compromisloos geloof. En misschien vroeg je je jaren later, net als ik, af waarom zijn ervaring van de aanwezigheid van de Heer zo anders leek of dan die van jou. Misschien hebben we het aan de leefomstandigheden toegeschreven Hij bevond zich in een plaats van vervolging. Er werd geloof van hem geëist om in leven te blijven. Wij hebben het hier in Nederland veel gemakkelijker…. Denken we…. Ik herinner me de tijd dat we op de zondagen in een huisgemeente samen kwamen en we elke zondag een aantal bijbels naar christenen in Rusland verstuurden met een aantal bemoedigende teksten om stand te houden. Tot we op een goede dag een brief terugkregen van een Russische zuster in Christus die ons schreef dat zij voor ons bad omdat wij het zoveel moeilijker hadden met al die verleidingen van de wereld om ons heen. Voor ons was het een wake up call. Misschien vond je hem een beetje naïef. Misschien heb jij, net als ik, zo vaak compromissen gesloten dat het niet meer mogelijk lijkt om te ‘zitten, lopen en stand te houden’.
Het openingsvers van David laat de meesten van ons echt in de kou staan. Omdat ik weet dat ik in de raad van de goddelozen heb gewandeld, op het pad van zondaars heb gestaan en met spotters heb gezeten, heb ik geen reden om te denken dat ik gezegend zal worden.
Verbazingwekkend genoeg voel ik me soms toch gezegend. En voel ik me soms niet alleen gezegend, maar weet ik mij gezegend. Ik denk dat het gewoon pure genade is, onverdiend en bijna onbegrijpelijk. Maar niet ongelooflijk.
Ik worstel gewoon verder, doe mijn best om te begrijpen wat God zegt in de mond van die oude getuigen en opgetekend in een eeuwenoud boek en hoop dat ik een manier kan vinden om toe te passen wat ik leer zonder serieus van de klif van radicaal vertrouwen te stappen.
Het is gewoon ingewikkeld. Tenminste, dat zou ik graag willen denken. Dat kalmeert mijn geweten. Ik zeg tegen mezelf dat God mijn moeilijkheden echt begrijpt, en dan zoek ik naar manieren om Hem te vermijden. En dan weer manieren om Hem te zoeken en te vinden. Gênant? Ja! Veroordelen? Oh ja! Ontmoedigend? Ik zal daar geen antwoord op geven.
Maar dan ineens, soms na een worsteling, maar ook vaak ineens, dan weet ik het weer:
en vind ik een ongekende vreugde vindt in de wet, het Woord van de HEERE en breekt het volle Licht in mijn leven door. Als een levende, genezende, reddende aanwezigheid in mijn leven. Mag ik zitten en wandelen met God, Adonai, de God van hemelen en aarde, die mij geschapen en herschapen heeft en die niet zal laten varen wat Zijn hand begon en waardoor wij stand kunnen en zullen houden.
Als dat geen zegen is.
30 januari 2024
Psalm 1 -1: Over heel veel geluk gesproken
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
2 maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3 Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als het kaf, dat de wind wegblaast.
5 Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6 Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Over heel veel geluk gesproken
In deze eerste overdenking bij deze Psalm wil ik met je stilstaan bij de woorden in het eerste vers:
1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
die niet staat op de weg van de zondaars,
die niet zit op de zetel van de spotters,
Hoe belangrijk het is om je te omringen met mensen die het soort leven laten zien dat jij zouden willen. Ik herinner mij een paar gezegden nu ik deze woorden opschrijf. Zoals: Waar je mee omgaat, daar word je mee besmet. Of misschien ken je deze wel: Zeg me wie je vrienden zijn en ik zal zeggen wie je bent.
We worden allemaal door onze omgeving beïnvloedt. Vooral jongeren hebben op een bepaalde leeftijd behoefte aan een identificatiefiguur. Aan iemand die een voorbeeld voor ze is. Je zie eenzelfde neiging bijvoorbeeld ook bijvoorbeeld in de kledingstijl of aan het kledingmerk. En laten wij ook maar eerlijk zijn. We hebben allemaal wel de behoefte om ergens bij te horen. Niemand vindt het leuk om in zijn of haar leven aan de spreekwoordelijke zijlijn te staan en er niet bij te horen. Daardoor voelen we ons op ons gemak en geaccepteerd.
We zijn geneigd ons te identificeren met de groep waartoe we behoren, op basis van mensen die op elkaar lijken. Of het nu betrekking heeft op onze huidskleur, geloofsrichting of om een vreemd voorbeeld te noemen, onze favoriete sportclub.
Wat de mensen die we om ons heen hebben doen of denken beïnvloedt bewust of onbewust ons leven. Het gezegde “Toon me wie je vrienden zijn en ik zal je vertellen wie jij bent” snijd dus werkelijk hout. Het betekent dat anderen iets van je te zien krijgen wie je bent door te zien met wie je omgaat.
Wij mensen zijn in een bepaald opzicht te vergelijken met sponzen. We absorberen onze omgeving. En daar gaat Psalm 1 ook over.
Ongeacht of het contact fysiek of virtueel is. Denk maar eens de onvoorstelbare invloed van televisie en Social Media op ons leven. De komst van televisie in de jaren 50 van de vorige eeuw heeft ons leven in grote mate beïnvloed en wat te denken van Social Media….
Wanneer we ons dat bewust zijn, zou het raadzaam zijn dat we voorzichtig zijn bij het kiezen van de mensen met wie je om wilt gaan. Dit betekent niet dat je je helemaal moet distantiëren van iedereen die je niet verafgoodt of dat je een kluizenaar moet worden. Maar je moet je wel bewust zijn van de relaties die je in de loop van de tijd opbouwt en in stand houdt. Bedenk dat je je ermee voedt. Ook naar welke programma’s je kijkt en je verdere beeldschermgebruik.
Laten we ons bewust zijn dat we al van jongs af aan getraind worden om goede arbeidskrachten in de maatschappij te zijn. We worden, net als iedereen in de kudde, getraind om te geloven wat ons wordt verteld te geloven
Aan een groep jongeren werd gevraag wat hen gelukkig maakte Vrijwel iedereen schreef "rijkdom" op. En op facebook en instagram worden de successen die de mensen vertellen breeduit gemeten en als je daar niet aan voldoet blijken horden jongeren, maar ook ouderen diep en diep ongelukkig te zijn.
Dit alles deed me denken aan Davids vers. "Gezegend" betekent niet rijk, beroemd, gezond of wijs. "Gezegend" komt van het Hebreeuwse werkwoord ʾāšar. Het betekent 'gelukkig' of 'heel gelukkig' of 'geluk'. De wortel gaat over rechtdoor gaan. Maar bijbels "geluk" is niet het gevolg van het lot. "Om 'gezegend' (ʾašrê) te zijn, moet de mens iets doen. Meestal is dit iets positiefs. Een "gezegend of heel gelukkig" mens is bijvoorbeeld iemand die ondubbelzinnig op God vertrouwt:
Psalm 2 vers 12 zegt het zo: Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen! En de schrijver van de Spreuken zo: Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij.
Een 'gelukkig of zoals de schrijver van de psalm zegt welzalig ' man is iemand die onder het gezag van Gods openbaring komt: zijn Thora, Zijn woord, Zijn getuigenis, en Zijn Weg, de Weg. Als we gelukkig willen zijn, een heel gelukkig leven willen hebben dan leert de Bijbel ons om God. Zoals "Zet God op de eerste plaats!"
Ik kan me nog een radioprogramma van een jaar of tien geleden herinneren waar ik naar zat te luisteren. En de presentatrice sprak met een deskundige over de vraag met wie of wat we ons identificeren.
Mensen identificeren zichzelf met van alles; baan, partner, auto, opleiding, gedachten, percepties, huis, etc.. Hun identiteit komt te liggen in iets wat eigenlijk niet een onderdeel van hun identiteit hoort te zijn. Is dit een probleem?. Dit proberen we wanhopig te controleren, wat helaas niet mogelijk is. Dit kan tot allerlei emoties leiden zoals: Angst, jaloezie, verdriet, begeerte…
En de vraag kwam keihard bij mij binnen: Met wie identificeer jij je? Als je huis weg valt? En je prima baan? En je status? En je mooie BMW? Of je positie in de kerk of de gemeente waar je deel van uit maakt? Of ligt je identiteit alleen in God en in God alleen?
Welzalig, gelukkig, heel gelukkig ben je wanneer je je vreugde vindt in de HEERE, in God, in Adonai alleen.
Dat is de les van Psalm 1. En als dat geen zegen, niet heel gelukkig is.
https://www.youtube.com/watch?v=VFdzVNMTPR8